Weißensee

O zo schoon, o zo mooi,

ligt hier dan die stille prooi.

Fluitend als de nagtegaal,

in de stilte van het kabaal.

Zomer, zon en groen is gras,

overstromend als de was,

grazend als een oude koe,

lovend naar zijn kalfje toe.

Dromend, gevend, liefdeloos,

waarvoor hij dit leven koos.

Nooit vergeten altijd hier,

met verliefde blik en vertier.

Zoals de regen neerdaalt op een dak,

volgens ritme op dat vlak.

Groeide ooit de zomer spil

en wendde aan  ‘t gegil.

Comments are closed